Geplaatst op: 04-06-2024

Wim van Gorsel – branche in gesprek met de politiek

Verhaal

De tankstation-branche staat voor enorme uitdagingen. Neem de energietransitie, maar ook de oplopende accijnsverschillen met de buurlanden, de stijgende inflatie en de toenemende krapte op de arbeidsmarkt zorgen voor veel kopzorgen. Welke steun kunnen de ondernemers bij het aangaan van die uitdagingen verwachten van de overheid? Staatssecretaris Marnix van Rij van fiscaliteit en belastingdienst ging op bezoek bij de ‘energyhub’ van Wim van Gorsel in Rilland en ging het gesprek aan met ondernemers over hun MKB-bedrijven, de problemen en investeringen.

 

Een mooie winterdag, medio maart. Locatie Rilland, bij het pas verbouwde tankstation van Wim van Gorsel stopt een kwartier eerder dan afgesproken de BMW 7 Serie (een plug-in hybride) van staatssecretaris Marnix van Rij. Enthousiast begroet hij iedereen. “Wat een mooi station, en die ruimte hier in de shop, wauw. Wie bezoeken u hier allemaal”, vraagt Van Rij aan Van Gorsel. Die antwoord meteen. “Mensen hier uit het dorp, uit de regio en veel vrachtwagenchauffeurs. We hebben voor die laatste groep alle faciliteiten; veel parkeerruimte, douches en warme maaltijden.” Van Rij luistert aandachtig. Hij is er op eigen initiatief. En het is niet verwonderlijk dat juist het station van Van Gorsel is uitgekozen. De ondernemer is jarenlang betrokken geweest bij BETA, en is daardoor veel in Den Haag geweest. Bovendien heeft hij net zijn Shell verbouwd, voorzien van laadfaciliteiten en voorbereid op de komst van waterstof. Een stap waar veel mkb-ondernemers hem in zullen (moeten) volgen. Eén van de vragen daarbij is die van de subsidiemogelijkheden. “De investeringskosten voor een snellaadpaal zijn inderdaad relatief hoog. Dit komt onder meer doordat het plaatsen van een transformatorhuisje en de benodigde bekabeling prijzig zijn”, vertelt Van Gorsel aan Van Rij. De ondernemer moest namelijk een kabel laten aanleggen van het aansluitpunt naar het terrein van zijn station. “Dat kost een paar duizend euro per meter, en het gaat over de weg van de provincie. Dat is toch een beetje gek.”

 

Vijf mkb-ondernemers

Het was één van de onderwerpen waarover werd gesproken met de staatssecretaris door Van Gorsel. Maar hij was niet alleen. Hij werd vergezeld door vijf andere mkb-ondernemers met een familiebedrijf; Gerbert Vissers van Vissers Energy, Femke van ‘t Veer van Traveo Internationaal Transportbedrijf, Marcel Mol, eigenaar Mol Schuddebeurs, Maarten de Pooter, eigenaar De Pooter Olie en Pieter Vlamings, eigenaar tankstation Dinteloord. Zij lopen deels tegen dezelfde problemen aan als Van Gorsel, en hebben deels hun eigen problemen, zo blijkt uit een rondetafelgesprek met de staatssecretaris in het woonhuis van Van Gorsel. “Mijn stroomvoorziening moest worden verzwaard. Dus een nieuw transformatorhuisje was nodig, een verzwaring van de aansluiting en natuurlijk snelladers. En omdat dit allemaal nieuwe materie is, kost dit tijd”, vertelt Van Gorsel aan de staatssecretaris. Hij tekent daarbij aan dat hij het geluk heeft dat hij in Zeeland nog niet te maken heeft met netcongestie, zoals in andere delen van het land. “Maar aan de andere kant; de keuze voor de laadpalen was wel weer heel lastig. Wat kies je? Wat is raadzaam? Met andere woorden; wat is over vijf jaar ook nog functioneel. Je kunt wel klein instappen, maar dan zijn die voorzieningen straks al achterhaald. Dat wilde ik niet. Dus daarom heb ik gekozen voor een hogere initiële investering, zodat de palen lang mee kunnen.” Van Gorsel heeft nu de Alpitronic hypercharger 300 kWh. “Het gekke is dat er nul-komma-nul ondersteuning is vanuit de overheid als het gaat om de aanleg van de infrastructuur voor elektrisch laden. Je doet een groene investering, niet wetende wat het oplevert en je kunt nergens voor subsidie aankloppen. En als je een elektrische auto gaat rijden, dan stoppen ze je drieduizend euro toe. Vreemd.”

 

Prikkelende vragen

De staatssecretaris hoort het aan, en stelt zo nu en dan prikkelende vragen tussendoor. Ook richting Vissers. “Hoe ziet u de toekomst?” Vissers antwoord resoluut. “Wij zetten in op de bouw van energyhubs. Maar niet al onze stations kunnen de functie van hub vervullen. Enerzijds om het simpele feit dat ze hiervoor niet op de juiste plek liggen, anderzijds ook door de netcongestie waar tegen we aanlopen. Wij hebben nu pakweg 50 stations, een aantal daarvan zal daardoor verdwijnen.” Maar Vissers heeft meer uitdagingen, vertelt hij. “Door de accijnsverschillen met de buurlanden missen wij een groot deel van het vrachtverkeer.” Dat geldt ook voor Pieter Vlamings. Hij heeft een BP-station in Dinteloord en trekt de discussie wat breder. “Het is lastig ondernemen als mkb-ondernemer. Waarin investeer je? Wat heeft de toekomst? Dat geldt voor het aanbod op het voorterrein, maar ook voor de shop. Wat als straks de tabaksverkopen wegvallen? Ik denk er over na om, apart van mijn station, een tabaksshop te openen om toch de tabaksklanten te kunnen blijven bedienen.” De energietransitie houdt ook Marcel Mol, eigenaar Mol Schuddebeurs, bezig, erkent hij. “Wij hebben 25 tankstations in Zuid-Holland en Zeeland. En zeker in die laatste provincie hebben de mensen over het algemeen toch een eigen oprit waar ze dus een laadpaal kunnen plaatsen en hun auto kunnen laden. Dus welke rol kunnen wij spelen in het laden?” Vissers haakt in door te zeggen dat mkb-bedrijven al ontzettend veel hebben bereikt op dat gebied. “Misschien wel meer dan grote oliemaatschappijen. We zouden het eens moeten optellen, ik denk dat wij met z’n allen meer laadpalen hebben staan dan de grote maatschappijen.” Hij maakt hiermee richting Van Rij duidelijk dat het mkb en de tankstations onmisbare schakels zijn in de energietransitie. Van Rij realiseert zich dit, zo blijkt uit zijn woorden. Voor hem zijn werkbezoeken juist om die reden belangrijk. “Je hoort en ziet alles toch van een andere kant. Mensen denken vaak, het gebeurt vaak bij de grote multinationals en in de Randstad. Maar dat is niet waar, we moeten verder kijken dan dat alleen.”

 

Eén-op-één met Marnix van Rij

Move on magazine kreeg na afloop van het werkbezoek van staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst aan Zeeland kort de tijd voor een één-op-één gesprek met hem.

 

Wat is u het meest bijgebleven van dit werkbezoek?

“Dat we hier te maken hebben met echte ondernemers, die bedrijven runnen die al jaren in de familie zitten. En het ondernemersbloed zie ik terug in de investeringen en de risico’s die de ondernemers durven te nemen. Ze zijn actief en bewegen met de markt mee, dat is mooi om te zien.”

 

En, herkent u de problemen waar zij tegenaan lopen?

“Ik snap de grensproblematiek heel goed, ik heb ook gezegd dat ik iets met die accijnzen wil doen. En nee, helemaal gelijk trekken van accijnzen lukt niet, maar het gaat er wel om dat de uitschieters eruit worden gehaald. Maar goed; it takes three to tango. Van Duitsland weet ik dat dit heel lastig ligt, die hebben 9 grenzen en dat schept dan een precedent. Maar ik kijk er serieus naar, en ga mijn uiterste best doen in het Europese Parlement.”

 

Waar u ondernemers ook mee zou kunnen helpen is door vast te houden aan de accijnsverlaging, ook wel in de volksmond het kwartje van Kok, op brandstof.

“Daarvan hebben we gezegd; die is van tijdelijke aard. De accijnsverlaging op benzine, diesel en lpg wordt dan ook afgebouwd. Per 1 juli nemen we een stap en per 1 januari 2024.”

 

Hoe kijkt u terug op deze bijeenkomst?

“Het was een zinvolle bijeenkomst, waarbij ik zaken scherp heb gekregen als het gaat om onder meer de energietransitie. Het is wel duidelijk dat we mkb-ondernemers hier en daar een duwtje in de rug moeten geven met tijdelijke maatregelen. Ofwel op basis van subsidies