Regels rondom keuring vloeistofdichtheid vuilwaterriool

Drive wil nadrukkelijk waarschuwen voor een capaciteitsprobleem in Nederland bij het keuren van vloeistofdichte bestratingen en de vanaf 2027 verplichte keuringen van rioleringen. Deze verplichtingen zijn zonder overleg met de betrokken branches in de regelgeving opgenomen. Inmiddels blijkt dat bedrijven, zoals Teeuwissen, onvoldoende capaciteit hebben om aan deze eisen te voldoen. Drive heeft dit knelpunt samen met andere branchepartijen onder de aandacht gebracht bij Rijkswaterstaat, maar tot op heden wordt onvoldoende gehoor gegeven aan onze argumenten.

Advies Drive

Ons advies is daarom om zo spoedig mogelijk te proberen een afspraak te maken voor de verplichte keuringen (zie hieronder voor de termijnen). Daarnaast adviseren wij om, vanuit de zorgplicht, interne bedrijfscontroles uit te voeren en deze zorgvuldig vast te leggen in het installatieboek. Omgevingsdiensten hebben aangekondigd hier actief op te gaan handhaven. Met een proactieve houding sta je richting de Omgevingsdienst mogelijk al met 1–0 voor, ook wanneer keuringen door capaciteitsproblemen nog niet konden worden uitgevoerd.

Riolering laten keuren en VVV

Op 1 januari 2024 ging de Omgevingswet in en veranderden regels voor tank- en wasplaatsen. De belangrijkste verandering is dat je nu ook het riool moet laten keuren. Het reinigen van het materieel gebeurt vanzelfsprekend op een wasplaats en het aftanken op een tankplaats. Vanaf 1 januari 2024 geldt onder de Omgevingswet dat ook het riool moet zijn voorzien van een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening.

Voor bestaande locaties krijgen eigenaren hiervoor een overgangstermijn van drie jaar. Dit betekent dat uiterlijk per 1 januari 2027 aan deze verplichting moet worden voldaan.

Strenger controleren

Omgevingsdiensten gaan strenger controleren op de keuring van de vloeistofdichtheid van het vuilwaterriool dat is aangesloten op een vloeistofdichte bodemvoorziening, vanaf de aansluiting tot en met de slibvangput en olieafscheider. De inspectie van een vloeistofdichte vloer was al verplicht onder het Activiteitenbesluit.

De inspectie van het riool dat is aangesloten op een vloeistofdichte bodemvoorziening is per 1 januari 2024 eveneens verplicht geworden, zoals vastgelegd in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), onderdeel van de nieuwe Omgevingswet.

De nieuwe verplichting geldt voor

• Tankstations
• Wasstraat en wasplaats. Let op: hiervoor geldt dat het niet van toepassing is op het reinigen van materieel met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
• Opslag van gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55°C of hoger. Ook oliën of vetten (die niet van ADR-klasse 3 zijn of pekel).
• Opslaan van lekkende goederen

Aansluiting vloeistofdichte bodemvoorziening

Gebruikt een bedrijf een vloeistofdichte bodemvoorziening en is het vuilwaterriool daarop aangesloten, dan moet worden gekeurd of deze aansluiting vloeistofdicht is, vanaf de aansluiting tot en met de slibvangput en olieafscheider.

Bij de keuring van het vuilwaterriool gaat het om het leidingwerk tussen de bodemvoorziening en de olie-benzineafscheider. De afscheider moet voldoen aan de norm NEN-EN 858. Voor nieuwe afscheiders gelden de aanleg- en ontwerpeisen uit NEN-EN 858-1; bestaande afscheiders worden beoordeeld volgens NEN-EN 858-2. Deze keuring moet elke vijf jaar worden herhaald.

Voor deze keuring bestaat geen verplichte certificering of accreditatie; deze mag dus door elke deskundige partij worden uitgevoerd. Daarnaast moet iedere zes maanden worden beoordeeld hoeveel slib en olie in de afscheider aanwezig is, om te bepalen of legen noodzakelijk is. Deze beoordeling en eventuele acties moeten worden vastgelegd in de administratie.

De termijnen voor inspectie wisselen

Voor vloeren en riolering geldt een verplichte inspectie één keer per zes jaar; voor de afscheider geldt een inspectiefrequentie van één keer per vijf jaar. Een efficiënte aanpak is om alle inspecties eens per vijf jaar te combineren. In dat geval worden de vloer, het riool en de afscheider in één inspectieronde gekeurd. Voor een rioolinspectie moet de afscheider namelijk toch al worden leeggemaakt, waardoor deze direct kan worden meegenomen bij de riool- en vloerinspectie.

Wanneer inspecties apart worden uitgevoerd, moeten er twee keer inspecteurs langskomen en moet de afscheider twee keer worden leeggemaakt. Dit brengt onnodige kosten met zich mee.

In de tussenliggende jaren ben je verplicht de voorziening zelf te controleren via een bedrijfseigen interne inspectie, aangevuld met een halfjaarlijkse controle van de olie-benzineafscheider (wettelijke zorgplicht). Het is raadzaam hiervoor binnen het bedrijf een verantwoordelijke aan te wijzen, een logboek bij te houden en de controles structureel in te plannen. Gebruik eventueel dit invulformulier (hier aanklikken) om de inspecties vast te leggen.

NB: Dit formulier is afgeleid van Bijlage 6, zoals vermeld in het accreditatieschema 6700 van Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (AS SIKB 6700).