
17-02-2025
Exclusief ledenvoordeel bij Mokobouw voor jouw Milieuzorg
Lees verder
Geplaatst op: 17-01-2025
Dit was de conclusie van het Drive Connect debat van woensdag 15 januari. Het ’tegen het hinderlijke overheidsbeleid aan’ is niet werkbaar voor de welwillende energiestationondernemer. Zij willen niets liever dan hun steentje bijdragen aan de energietransitie, maar voelen zich aan alle kanten tegengewerkt door de overheid. In het Drive Connect Debat in Nieuwspoort in Den Haag, dat georganiseerd werd door Drive in samenwerking met ONL, werd dit al snel duidelijk.
Een keuze maken tussen een brandstof: elektrisch of fossiel is volgens de energiestationondernemers veel te vroeg. Want waar doe je goed aan? Netcongestie speelt nu al vele ondernemers parten waardoor laadpalen niet van de grond komen, tegelijkertijd is er nog altijd vraag naar fossiel. “Vorig jaar was 42 procent van de elektrisch verkochte auto’s hybride”, wijst Joan Gunsch van De Haan, ceo van De Haan tankstations en Drive bestuurslid met 188 energiestations in Nederland. “De kans wordt ons ontnomen om ons aanbod aan energie voor mobiliteit uit te breiden.”
Willemjan van Golstein Brouwers, bestuurslid Drive en energiestationondernemer, noemt het kabinetsvoorstel om kavels op te knippen ‘volstreks absurd’. “Hierdoor wordt de energietransitie juist geblokkeerd. Bovendien willen wij juist kunnen aanbieden waar de consument behoefte aan heeft.”
Tweede Kamerleden Henk Vermeer (BBB) en Arend Kisteman (VVD) kunnen er ook niet over uit. “Het slaat gewoon nergens op dat er een keuze moet worden gemaakt. Ik kan me ook niet voorstellen dat dit beleid voor een rechter standhoudt”, zegt Vermeer. “Gelukkig hebben wij als Tweede Kamer het laatste woord.” Daar sluit Kisteman zich bij aan. “Het idee dat kavels worden opgeknipt is vanuit mkb-perspectief onverstandig.”
Ondernemers wijzen erop dat er niet moet worden getornd aan de huidige infrastructuur van energiestations. Wim van Gorsel (Tankstation Rilland): “Er ligt al een mooi netwerk van tankstations op strategische locaties met nu al passende faciliteiten. Het zou niet meer dan logisch zijn dat daar wordt ingespeeld op de energietransitie. Ook vind ik dat energiestations op dezelfde prioriteit behandeld moeten worden als scholen bij het aanvragen van een aansluiting om snellaadpalen aan te leggen.”
Ook op het gebied van vergunningsaanvragen voor snellaadstations en waterstof loopt het allesbehalve vlot. “Ik heb een aansluiting, maar nog geen vergunning voor snellaadpalen geeft Gerbert Vissers aan. Mijn klant wil laden, ik heb geïnvesteerd, maar het mag niet”. Ook ondernemer Huub Minten kan hierover meepraten. Hij is ruim tien jaar bezig geweest met de benodigde vergunningen voor waterstof. “Ik moest tonnen uitgeven aan adviseurs, omdat de kennis bij de vergunningsverleners niet aanwezig was.” De snelheid bij gemeenten als het gaat om vergunningsaanvragen voor snellaadhubs en waterstoftankmogelijkheden is ver te zoeken en dat geldt ook voor de kennis, wijzen de ondernemers. Ook hebben energiestations in zero-emissiezones het moeilijk. “Dat is alsof je een kledingwinkel runt op een nudistenkamp”, stelt Vermeer vast, die vindt dat de overheid het vizier voor de vermindering van stikstof en CO2-uitstoot moet richten op de grote industrie. “Daarmee boek je wel snelle winst.” Ook willen ondernemers dat er meer ruimte komt voor zogeheten transitiebrandstoffen, zoals biodiesel en waterstof, die ook zorgen voor milieuwinst.
De roep van alle mkb-energiestationseigenaren is duidelijk. Zij willen ruimte om te ondernemen en weten waar zij aan toen zijn op de langere termijn. “Die onduidelijkheid zorgt voor een impasse”, wijst Gunsch, die niet weet waar het beste op kan inzetten: elektrisch, biodiesel, waterstof of fossiel. Dat begrijpt het BBB-Tweede Kamerlid. “Maar het gaat om een transitie waarvan de overheid ook niet kan inschatten wat het eindstation is. Daarom is het duidelijk dat ook ondernemers meer tijd moeten krijgen.”